Een organisatieopstelling, wat is dat?
Nadenken over de beste teamopstelling, dat ken ik uit het volleybal. Wie komt op welke plek het best tot zijn recht? Ben je een aanvaller, passer of spelverdeler? Het gaat zelfs om de verfijning van wie rechts of links van de ander staat. Hoe staan we ingesteld op het veld aan de andere kant? Wie is daar de bepalende speler? Staat er hoog blok in de weg? Allemaal van invloed op hoe je de opstelling kiest. Bij een organisatieopstelling gaat het net wat anders.
Een organisatieopstelling gaat niet over hoe je de opstelling van je organisatie kiest. Het gaat om een werkvorm die inzicht kan geven in wat de organisatie als systeem nodig heeft. Het kan je dus wel helpen om daarna in de praktijk voor een ‘betere opstelling’ te kiezen. Door interventies te doen in de inrichting van je organisatie of het anders invullen van (management) posities. Of het geeft helderheid over wat je te doen staat of wat echt onder ogen gezien moet worden.
Organisatievraagstuk
Hoe werkt dat nou in de praktijk? Het begint met een vraagstuk, van een cliënt, de vraag-inbrenger. Vaak een directeur of leidinggevende die een vraag, dilemma of probleem heeft over de organisatie of een deel daarvan. Het kan gaan over iets wat steeds weer terug blijft keren, bijvoorbeeld een veelvuldige wisseling van managers, besluitvorming die niet rond komt, een samenwerkingsrelatie met de buitenwereld die maar niet wil lukken. Of problemen als hoog ziekteverzuim, veel verloop onder medewerkers, een energie-lek in de organisatie, dienstverlening die onverklaarbaar achteruit gaat.
Organisatieopstelling
Een van de vormen om systemisch te werken is het doen van een opstelling. Een organisatieopstelling is een ruimtelijke weergave van een organisatie, waarin medewerkers, teams, afdelingen, klanten, producten of doelen (vertegenwoordigd door ‘representanten’) in de ruimte worden opgesteld in verhouding tot elkaar. Ook concepten of thema’s zoals vitaliteit, zelfsturing of veiligheid kan je opstellen. Degene die de organisatie opstelling begeleidt noemen we organisatie-opsteller of begeleider. De begeleider en vraag-inbrenger gaan in een aantal stappen aan de slag om de essentie van het patroon of probleem boven water te krijgen en te ontdekken wat de juiste interventie of oplossingsrichting is.
Representanten
Deze week was ik representant bij een organisatieopstelling en het blijft fascinerend hoe het werkt. Als representant vertegenwoordig je iets of iemand uit het organisatiesysteem of uit de wereld daar omheen. Ook zonder te weten waar het precies over gaat, neem je plek in en draag je informatie bij je die iets zegt over het systeem. Een opstelling gaat uit van een ‘wetend veld’ waar de representanten informatie uit terug kunnen geven. Al sta ik op dat moment in dienst van het geheel en de vraag, ik leer er zelf ook weer van. Hoe organisatiesystemen, dynamiek en patronen werken. Hoe je anders kan kijken naar vraagstukken. Hoe gekozen oplossingen toch niet blijken te werken.
Een opstelling is onverbiddelijk. Het valt niet te manipuleren, het toont zich zoals het is.
Welke informatie haal je uit een opstelling
Wat kan je allemaal waarnemen en ophalen uit een opstelling? Zowel uit het geheel als uit de delen. Zowel uit wat je ziet als uit de informatie die representanten terug geven. Heel veel waardevolle informatie.
Een paar voorbeelden:
- Is het systeem of de delen op de binnenwereld of de buitenwereld gericht?
- Zijn de delen op elkaar gericht of van elkaar af? Kunnen ze elkaar zien?
- Wat laten de representanten zien met hun lichaam? En klopt dat met wat ze zeggen.
- Of laten ze juist iets anders zien dan wat ze zeggen? En wat zegt dat?
- Welke delen of elementen brengen dynamiek, beweging of levenslust?
- En welke delen of elementen halen de beweging uit het systeem of voegen niets toe?
- Wat wordt er gemist?
- Hoe oud is iets? Is het soms van heel lang geleden? Iets uit de historie van het bedrijf?
- Staat er iets in de weg?
- Welke ordening is logisch of beter?
- Waar staat iets of iemand voor? Of waar is iets of iemand mee verbonden?
Je kan scenario’s testen in een opstelling, achter keuzes kijken die je nog wil maken, schuiven met delen om te zien wat het doet met het geheel. Zo zie je ook wat niet werkt of geen oplossing biedt. Of wordt zichtbaar wat niet meer levensvatbaar is.
Schat zoeken in systemisch werk
In 2012 viel ik als een blok voor systemisch werk. Waarom? Een van mijn kwaliteiten is scherp aanvoelen waar in werkelijkheid iets anders speelt dan hoe het zich zichtbaar toont. Voor die tijd gebeurde het vaak dat ik in een vergadering zat, iets zag gebeuren in dialoog of samenwerking, rondliep in een organisatie, en ik andere dingen voelde dan wat er tegen elkaar werd gezegd. Onthutst bleef ik dan achter en dacht ‘maar dat is niet waar het echt over gaat’. Ik zocht naar tools, beeld en taal om dat onder woorden te brengen en er iets mee te doen. Alsof ik wist waar het goud verstopt lag maar geen schep had om te graven.
Ik heb mijn schat gevonden in systemisch werk. Systemisch waarnemen, denken en werken is mijn ingang om beweging te brengen in organisaties. Het is mijn ondertiteling geworden. Het geeft woorden aan wat ik doe. Want ik wil het wel uit kunnen leggen aan mijn opdrachtgevers. De essentie in het licht zetten. Dat waar het werkelijk over gaat.
Precies zoals het is. Dat is voor mij de schat. Of het nu mooi of lelijk is, verheugend of pijnlijk. Het gaat erom de werkelijkheid aan te nemen en niets anders. Systemisch heeft dit ‘insluiten’. Door in te sluiten, te erkennen, het aan te kijken, kan er weer beweging komen in wat vast zit.
Systemisch werk geeft mij handvatten om wirwar in systemen te ontrafelen. Te horen wat er niet gezegd wordt, te zien waar het werkelijk over gaat. Het raakt andere lagen aan, het gaat de diepte in, het komt in de onderstroom.
Het is een mooie ingang om dingen bloot te leggen. Anders dan hoe je er met elkaar over praat in de bovenstroom. En het raakt de kern van het vraagstuk, hoe dan ook.
Terug